Wat is de overeenkomst tussen terrorisme en integriteit? We hebben het er liever niet over. Zowel in de Evaluatie nationale contraterrorisme-strategie 2011-2015 als in het Jaarverslag 2015 van het Steunpunt Integriteitsonderzoek Politieke Ambtsdragers blijkt dat de aandacht verslapt naarmate de aanslag of de integriteitskwestie langer geleden is. Kennelijk durven bestuurders als het ver van ze afstaat wel hardop te filosoferen over oorzaken van terrorisme en de nobele noodzaak van integer handelen, maar intussen wordt de ambtelijke capaciteit op het onderwerp afgebouwd. De dagen na een aanslag horen we dat terrorisme "keihard" moet worden aangepakt en vertellen bestuurders ons continu dat we niet bang moeten zijn en gewoon verder moeten leven. En dat is precies wat na de eerste maanden van contraterrorisme gebeurt: we leven verder, de aandacht verslapt. Ook waar het niet hoort te verslappen. Vervelend en naar dat terrorisme, maar we doen maar weer alsof het niet bestaat. Tot de volgende aanslag.
Als plots in de media een integriteitskwestie opduikt, horen we ook dat het bestuur er bovenop zit. Integriteit staat hoog op de agenda bij de bestuurders. Burgers moeten vooral vertrouwen houden in hun overheid. Vervolgens hult men zich vaak in stilzwijgen. Er volgt een onderzoek of niet. De bestuurder vertrekt of niet. En dat is dat. Daarna verdwijnt het thema integriteit weer snel van de agenda. "Pas als er incidenten zijn, ontstaat de meeste beweging", staat in het jaarverslag van het steunpunt. Maar: "Blijvende aandacht is nodig". Bestuurders hebben de neiging in een kramp te schieten als het onderwerp voorbijkomt. We hebben het er liever niet over. Waarom toch niet?
Omdat het geen stoere, maar zachte onderwerpen zijn. Integriteit raakt aan persoonlijke verhoudingen, sociale omgang, cultuur. Zaken waar een daadkrachtige bestuurder geen tijd voor heeft of neemt. Je bent integer of je bent het niet. Daarmee is de kous af. Onderwerpen als preventie, op zoek gaan naar de oorzaak of voedingsbodem van terrorisme, scoren niet. En bestuurders leggen elkaar liever ook niet langs de integriteitsladder, (tenzij er politiek gewin bij komt kijken). Toch is het allebei noodzakelijk: je moet het dak repareren als de zon schijnt. Ook al heb je er geen zin in of tijd voor. Als het gaat regenen, is het te laat. En dan hoor je: "hadden we maar beter opgelet" of: "waarom hebben die bestuurders daar niet eerder op gelet?". Omdat je hoofd er niet naar stond. Omdat we het er liever niet over hebben.